Year long machine knit KAL (MKC KAL 23)

EN | GE | NL

🇬🇧 As I mentioned in my second to last post, I joined the Machine Knit Community (MKC) in early January. This year, the MKC is hosting a year-long KnitAlong (KAL) called the “2023 Building Blocks KAL.” During this KAL, four to five squares will be knitted each month using the knitting machine. They will be joined at the end of the year to make a blanket. The squares are used to try different techniques on the knitting machine throughout the year. I like this idea and think it will help me learn something.

Month Januar

This, the first month, was mainly about the main decisions for the project. A yarn should be selected in at least four different colors and the size of the final blanket should be chosen. Afterwards a tension square should be knitted with the selected yarn – if necessary. It is used to determine the ratio of stitches or rows to centimeters. Finally, the first four squares should be knitted. These are still deliberately kept simple in January and therefore come with stocking stitch as pattern. That was just fine with me. As a machine novice, I had enough to try out.

Since I had not knitted much with the machine yet, I have of course no experiences with different yarns, which I could now fall back on. Therefore, I have decided to use a cotton yarn, because I can take the blanket in the summer outside and the washing is not so complicated.

With the new yarn, the first thing I did was knit several small samples with different gauge (tension setting) to feel the result (gallery, first picture). This allowed me to choose a setting where the knitted fabric didn’t feel too hard but also not too loose. As a guide, take the needle size indicated on the yarn times two. I opted for a value just below that so the blanket wouldn’t be too airy.

I knitted a tension square with the selected gauge (tension). It is kind-off similar to the hand-knitted gauge and is used to determine stitches or rows per centimeter. The advantage here is that exactly 60 rows are knitted and that you knit-in small marker threads. There are exactly 40 stitches between these marked stitches (gallery, second picture). After the piece has been washed (or steamed) and rested, you can easily measure the length in centimeter for 40 stitches or 60 rows. You then use this to calculate stitches and rows per centimeter. This method can already be found in old Brother knitting magazines from the 80s.

With my freshly determined values, I calculated the required number of stitches and rows to knit the first squares for my blanket, and did so directly (gallery, third image). So, I just finished my January squares in January.

For the KAL were about 30 minutes per week scheduled (± 2h per month). But since a lot was still new to me, I definitely needed much, much longer! I’m curious to see how time-intensive the next squares will be.

What I learned in January:

Closed cast on of stitches with the e-wrap cast-on.
Closed cast off of stitches with the transfer tool
Knit test pieces with different stitch tensions and feel the difference
Knit tension square and calculate centimeters
Knit squares (not rectangles) with stocking stitch.

I’m excited for the February challenge!

🇩🇪 Wie ich bereits in meinem vorletzten Beitrag erwähnt habe, bin ich Anfang Januar der Machine Knit Community (MKC) beigetreten. Die MKC veranstaltet in diesem Jahr ein das ganze Jahr andauerndes KnitAlong (KAL) mit dem Namen “2023 Building Blocks KAL”. Während dieses KALs werden in jedem Monat vier bis fünf Quadrate auf der Strickmaschine gestrickt, die am Ende des Jahres zu einer Decke zusammengefügt werden. Die Quadrate werden dazu genutzt, um über das Jahr verschiedene Techniken an der Strickmaschine auszuprobieren. Ich finde diese Idee gut und denke, dass sie mir helfen wird, etwas zu lernen.

Monat Januar

In diesem, ersten Monat ging es vor allem um die wesentlichen Entscheidungen für das Projekt. Es sollte sich für ein Garn in mindestens vier verschiedene Farben und die Größe der finalen Decke entschieden werden. Mit dem ausgewählten Garn sollte im Anschluss – sofern es notwendig war – eine Maschenprobe angefertigt, das Verhältnis von Maschen bzw. Reihen zu Zentimeter berechnet und schlussendlich die ersten vier Quadrate gestrickt werden. Diese sind im Januar noch bewusst schlicht gehalten und kommen daher mit einem glatt recht gestrickten Muster daher. Das war mir sehr recht. Als Maschinen-Neuling hatte ich genug auszuprobieren.

Da ich noch nicht viel mit der Maschine gestrickt hatte, habe ich natürlich keine Erfahrungswerte mit verschiedenen Garnen, auf die ich nun zurückgreifen konnte. Ich habe mich daher aus dem Bauch heraus für ein Baumwollgarn entschieden, da ich die Decke dann im Sommer auch mit nach draußen nehmen kann und das Waschen nicht so kompliziert ist.

Mit dem neuen Garn habe ich als erstes verschiedene kleine Proben mit unterschiedlicher Maschenweite gestrickt, um das Ergebnis anzufühlen (Galerie, erstes Bild). So konnte ich mir eine Einstellung auswählen, bei der sich das Gestrickte nicht zu hart aber auch nicht zu locker anfühlt. Als Orientierung gilt es, die auf dem Garn angegebene Nadelstärke mal zwei zu nehme. Ich habe mich für einen Wert knapp darunter entschieden, damit die Decke nicht zu luftig wird.

Mit der ausgewählten Maschenstärke habe ich dann einen Maschenprobe gestrickt (engl. “Tension Square”). Es ist ähnlicher der mit Hand gestrickten Maschenprobe und dient der Ermittlung von Maschen bzw. Reihen pro Zentimeter. Der Vorteil hierbei ist, dass genau 60 Reihen gestrickt werden und dass man kleine Markierungsfäden einstrickt, zwischen denen genau 40 Maschen liegen (Galerie, zweites Bild). Nachdem das Stück gewaschen (oder gedämpft) wurde und geruht hat, kann man auf diese Weise einfach den Abstand zwischen 40 Maschen bzw. 60 Reihen ausmessen. Diese nutzt man im Anschluss zur Berechnung von Maschen und Reihen pro Zentimeter. Dieses Verfahren ist bereits in alten Brother Strickmagazinen aus den 80ern zu finden.

Mit meinen frisch ermittelten Werten habe ich die benötigte Anzahl an Maschen und Reihen ausgerechnet, um Quadrate für meine Decke zu stricken, und dies dann auch direkt getan (Galerie, drittes Bild). Ich bin somit gerade noch im Januar mit meinen Januar-Quadraten fertig geworden.

Für das KAL werden eigentlich ca. 30 Minuten pro Woche angesetzt (also quasi 2h pro Monat). Da für mich aber noch viel neu war, habe ich definitiv viel, viel länger gebraucht! Ich bin gespannt, wie zeitintensiv die nächsten Quadrate werden.

Was ich im Januar gelernt habe:

Maschen geschlossen mit dem e-Wickel-Anschlag anschlagen
Maschen geschlossen mit der Deckernadel abketten
Teststücke mit verschiedenen Maschenweiten stricken und den Unterschied fühlen
Maschenprobe (Tension Square) stricken und Zentimeterangaben berechnen
Quadrate (keine Rechtecke) glatt rechts stricken.

Ich bin gespannt auf die Februar Herausforderung!

🇳🇱

Zoals ik in mijn voorlaatste bericht vermeldde, ben ik begin januari lid geworden van de Machine Knit Community (MKC). Dit jaar organiseert de MKC een KnitAlong (KAL) met als naam “2023 Building Blocks KAL”. Tijdens deze KAL worden elke maand vier tot vijf vierkanten gebreid met de breimachine. Aan het eind van het jaar worden ze samengevoegd tot een deken. De vierkanten worden gebruikt om gedurende het jaar verschillende technieken op de breimachine uit te proberen. Ik vind dit een leuk idee en denk dat ik er veel van kan leren.

Maand januari

In deze eerste maand ging het vooral om de essentiële beslissingen voor het project. We moesten beslissen over welk garen in minstens vier verschillende kleuren en over de grootte van de uiteindelijke deken. Met het gekozen garen moest – indien nodig – een stekenproef worden gemaakt, de verhouding tussen steken en rijen per centimeter worden berekend en tenslotte moesten de eerste vier vierkanten worden gebreid. Deze zijn in januari bewust eenvoudig gehouden en hebben daarom een soepel gebreid patroon. Dat vond ik prima. Als beginneling had ik genoeg om uit te proberen.

Aangezien ik nog niet veel met de machine had gebreid, heb ik natuurlijk geen ervaring met verschillende garens waarop ik nu kon terugvallen. Daarom besloot ik een katoenen garen te gebruiken, omdat ik de deken in de zomer mee naar buiten kan nemen en het wassen ervan eenvoudiger is.

Het eerste wat ik deed met het nieuwe garen was een aantal kleine proeflapjes breien met verschillende steekbreedtes om het resultaat te voelen (galerij, eerste foto). Zo kon ik een instelling kiezen waarbij de gebreide stof niet te hard maar ook niet te los aanvoelde. De richtlijn is om de op het garen aangegeven naaldmaat maal twee te nemen. Ik koos voor een waarde net daaronder, zodat de deken niet te luchtig zou worden.

Daarna heb ik een proeflap gebreid met de gekozen maat. Het lijkt een beetje op de handgebreide steekmaat en wordt gebruikt om steken of rijen per centimeter te bepalen. Het voordeel hiervan is dat er precies 60 naalden worden gebreid en dat je in kleine markeerdraden breit met precies 40 steken ertussen (galerij, tweede foto). Nadat het proeflapje is gewassen (of gestoomd) en heeft gerust, kan op deze manier gemakkelijk de afstand tussen 40 steken of 60 rijen worden bepaald. Dit wordt dan gebruikt om steken en rijen per centimeter te berekenen. Deze methode is ook al te vinden in oude breitijdschriften van Brother uit de jaren 80.

Met mijn vers vastgestelde waarden berekende ik het benodigde aantal steken en rijen om de vierkanten te breien voor mijn deken, en deed dat direct (galerij, derde plaatje). Dus ik ben net klaar met mijn vierkanten voor deze maand januari.

Eigenlijk wordt er ongeveer 30 minuten per week uitgetrokken voor de KAL (dus 2 uur per maand zeg maar). Maar omdat veel nog nieuw voor me is, had ik veel, veel meer tijd nodig! Ik ben benieuwd hoe tijdrovend de volgende vierkanten zullen zijn.

Wat ik in januari heb geleerd: